NIEUWSBRIEF | ||||||||||||||||||||||||
Op maandag 21 januari 2008 heeft The Dutch Film Society haar plan voor een nieuw Filmproductiefonds gepresenteerd door middel van de openbare en voor iedereen toegankelijke website www.filmproductiefonds.nl. Er is vanaf de presentatie heel erg veel gebeurd. Er waren de eerste week bijna 200.000 hits, en honderden sympathisanten en aanmeldingen voor de nieuwsbrief. Uit analyse bleek dat de gemiddelde tijd op de site per unieke bezoeker rond de 12 minuten lag (6,2 % is zelfs meer dan 30 minuten) en dat is voor het snelle medium als internet opzienbarend.
INHOUD NIEUWSBRIEF:
1. Korte samenvatting van het filmproductiefondsplan. Samenvatting
2. Eerste reacties. De reacties op het filmproductiefondsplan zijn overweldigend. Er kwamen honderden reacties -meningen, steunbetuigingen, aanmeldingen voor de nieuwsbrief binnen. De reacties waren voornamelijk positief. We ontvingen enkele mails die betrekking hadden op de feiten en cijfers, maar die zijn - voor zover dat controleerbaar was - aangepast. Uit een aantal informele gesprekken blijkt dat filmproducenten over het algemeen het plan ondersteunen. In deze gesprekken en mails gaat het niet zozeer over de gedachte van het filmproductiefonds maar al veel meer over de praktische uitvoering. 100% norm Er zijn echter wel concrete mogelijkheden, die dit bezwaar zouden kunnen ondervangen.
Het ombuigen van een gedachte Het filmproductiefondsplan nuanceert deze gedachte, omdat het simpelweg succes beloont. Dat stemt wellicht niet helemaal overeen met het ‘rechtvaardigheidsgevoel’ en het principe van het ‘gelijkheidsbeginsel’. Bovendien is een commerciële film nu eenmaal niet per definitie automatisch een ‘goeie’ film. De omschakeling in deze gedachte moet langzaam ontstaan. Rechtvaardig is ook dat de verhouding ‘nationaal product’ en ‘internationaal product’ vergelijkbaar is met de overige landen om ons heen. Duitsland
Ook het Duitse systeem krijgt af en toe kritiek uit de markt, dat succes te veel beloond wordt. Toch blijft het systeem bestaan, omdat het in het belang is van de Duitse Filmindustrie. Het is zelfs uitgebouwd. Er zijn niet alleen punten (= subsidie) te verdienen met bioscoopbezoekers, maar er zijn ook punten te behalen met de selectie voor festivals. (Berlijn, Rotterdam, Idfa, Cannes, Venetië, etc.) Al deze punten worden opgeteld, en vertegenwoordigen een subsidie. Marktaandeel Het filmproductiefonds is er name voor om deze verschuiving van het marktaandeel te realiseren, met het doel een nationale filmproductie-industrie in een bescheiden vorm gestalte te geven. En bovendien: tot stand gekomen volgens ‘objectieve criteria’. De RANKING SITE in Duitsland is zelfs zo populair dat het bezoek een piek vertoont tussen 16:00 en 18:30 uur. Niet alleen omdat ze een keuze willen maken welke film ze om 19:00 uur willen gaan zien, maar ook omdat de ‘betere’ film ook een eigen ‘ranking’ heeft. De financiering vind plaats d.m.v. een heffing op elk bioscoopkaartje zodat het ‘Nationaal Product’ gestimuleerd wordt, en het ‘internationaal product’ meebetaalt aan het ‘nationaal–Duits–product.’ 3. Cijfers en feiten. In de mailbox van het ‘filmproductiefonds’ is er af en toe een reactie binnen gekomen over de ‘cijfers en feiten’. Sommige cijfers waren niet helemaal juist, en deze zijn –waar controleerbaar - aangepast. De cijfers van het filmproductiefonds (FPF) zijn gebaseerd op gegevens die de officiële sites hanteren. (NFC, NFF). In de lijst van regisseurs (de top 15) wie welke/hoeveel subsidie heeft ontvangen komen de namen van Joram Lürsen en Paul Verhoeven niet voor. Dat is juist, ze staan niet in de top 15 van de afgelopen jaren. Het is maar een voorbeeld van een antwoord op één van de vragen die we ontvingen over de ‘feiten en cijfers’. Cijfers zijn immers altijd ‘multi-interpretabel’. Belangrijker is dat de cijfers zijn aangepast, en dat het in beginsel niet gaat om de ‘feiten en cijfers’, maar om een bijdrage aan een serieuze nationale filmindustrie, een verschuiving van ‘internationaal product’ naar ‘nationaal product’, zoals de omringelde landen al geruime tijd voor zichzelf realiseren. Kortom: Het Filmproductiefondsplan. De emoties die de ‘feiten en cijfers’ losmaken zijn alleen maar een positieve bijdrage aan het saamhorigheidsgevoel voor het nationaal product: bewust Nederlandse Films maken. Het feit dat de ‘feiten en cijfers’ zoveel gevoelige snaren raakt, geeft al aan dat iedereen gevoelig is voor cijfers. Als ze namelijk niet kloppen, pikken we dat niet. ‘Het strookt kennelijk niet met een rechtvaardigheidsgevoel’. Maar datzelfde rechtvaardigheidsgevoel zou ook de bron kunnen zijn voor de gedachte dat er meer nationaal product in de bioscopen zou moeten komen en dat we daar met z’n allen wat voor over moeten hebben. als we zo rechtvaardig zijn, waarom staan we dan zoveel internationaal product toe in de Nationale bioscopen? 4. De Pers. Publicaties -Parool 21 januari 2008 (Jos van der burg) -NRC 22 januari 2008
-Kunststof 22 januari 2008 (NPS)
-De filmkrant van februari 2008 Correcties Niettemin is de redactie van www.filmproductiefonds.nl soms gewezen op het opvoeren van een aantal incorrecte gegevens. Dit impliceert dat er dus sprake is van kennelijke onjuistheden in de cijfers die deze organisaties hanteren. Natuurlijk maakt men, wanneer je zoveel cijfers moet verzamelen, wel eens fouten. Ook de optelling van de films van Ben Sombogaart was een fout in geslopen. Kortom, best een paar fouten die vervelend zijn te lezen voor de mensen in kwestie. Bij het CoBO fonds zijn een aantal fouten geconstateerd. 2003 en 2006 zijn dezelfde films. Een vergissing is nu eenmaal menselijk. 5. Laatste ontwikkelingen & Hoe nu verder? Los van het feit dat veel filmproducenten erg positief reageren op Filmproductiefondsplan –los van de honderden sympathisanten -, is het belangrijk om op korte termijn te komen tot een positieve uitvoering van de, door OC&W beschikbaar gestelde suppletiegelden. Het filmproductiefondsplan is een goede aanpassing van de voorstellen zoals die nu ter tafel liggen m.b.t. de besteding van de suppletiegelden. Verder ligt het in de lijn van verwachtingen dat er binnen afzienbare tijd met Minister Plasterk van OC&W over deze problematiek van gedachten zal worden gewisseld en heeft het Fonds voor de Nederlandse Film verzocht om meer informatie m.b.t. het filmproductiefonds. Ook vanuit de NVS is het verzoek gekomen of de initiatiefnemers van het filmproductiefonds lid willen worden van de NVS, zodat de plannen gezamenlijk kunnen worden besproken en worden voorgelegd aan de uitvoerders van de suppletieregeling. The Dutch Filmsociety – 12 februari 2008. | ||||||||||||||||||||||||