AMSTERDAM - Het Nederlands Fonds voor de Film verandert zijn subsidiesysteem. Het fonds, dat het leeuwendeel van de Nederlandse filmproducties financiert, zal twaalf producenten een voorkeurspositie geven.
Dat is de opvallendste verandering in de plannen die het fonds voorlegt aan het ministerie van OCW voor de Cultuurnota 2009-2012. Twee derde van het beschikbare geld om speelfilms te maken, negen miljoen euro, zal worden gereserveerd voor de twaalf succesvolste producenten van 2007.
Dat succes kan zowel commercieel als artistiek zijn. Het fonds beoordeelt elk jaar opnieuw welke producenten het jaar het meeste succes hebben gehad.
Het Filmfonds probeert met deze nieuwe aanpak de filmproductie te concentreren op een kleinere kern makers. Dat doet het fonds ook door subsidies voor lange speelfilms alleen te verstrekken aan producenten die al twee films op hun naam hebben staan. Nieuwe producenten dienen hun plannen zelf te financieren of onder te brengen bij een meer ervaren collega.
Een door het fonds uitgevoerd onderzoek wijst uit dat de subsidieverstrekker de laatste vijf jaar 138 producenten heeft gefinancierd. Die werkwijze leidt tot teveel versnippering.
In opdracht van het fonds ontwikkelt intendant Esmé Lammers in samenwerking met de Universiteit Twente een model voor de ranking van filmmakers.
Het Fonds heeft zich bij het schrijven van de aanvraag voor de Cultuurnota laten adviseren door diverse afgevaardigden uit de filmwereld. Volgens directeur Toine Berbers waren die allemaal voorstander van een 'een radicale ingreep' in de huidige praktijk.