Het vak van filmregisseur is in Nederland soms een miserabel beroep, uitgeoefend door mensen met een masochistische inslag. Veel filmmakers voelen zich als veredelde bedelaars die links en rechts hun hand moeten ophouden. Het ondoorzichtige subsidiesysteem dat geen enkele houvast biedt is daar de oorzaak van.
In de loop der jaren heb ik tal van vaderlandse filmmakers gesproken die vol frustraties zaten over afgewezen projecten, ingewikkelde procedures, vriendjespolitiek en onbegrijpelijke willekeur. Minstens drie regisseurs hebben – deels om deze reden – in het verleden Nederland de rug toegekeerd en hun heil (tijdelijk) in het buitenland gezocht: Paul Verhoeven, Ate de Jong en Roel Reiné.
Aan deze jarenlange onvrede moet nu een einde komen. Het Filmfonds is bezig met het uitkristalliseren van een plan dat meer helderheid moet verschaffen. Het ziet er op het eerste gezicht veelbelovend uit.